Dinsdag 6 juli heeft minister Kasja Ollongren (D66) van Binnenlandse Zaken toegezegd de geplande verruiming van tijdelijke huurcontracten te schrappen. Dit gebeurde tijdens de behandeling van de Woningwet in de Eerste Kamer. Vanuit de Eerste Kamer was er fors kritiek op dit voorstel.
De Tweede Kamer nam in maart een voorstel aan van Kamerlid Daniel Koerhuis (VVD). In dit voorstel werden de mogelijkheden voor tijdelijke huurcontracten verlengd. Sinds een aantal jaar kunnen huisbazen hun huurders een huurcontract geven van maximaal twee jaar. Wanneer dit contract afloopt moet het contract omgezet worden naar een huurcontract voor onbepaalde tijd.
Dankzij het voorstel van Koerhuis zou het mogelijk worden om deze termijn te verlengen met een jaar. Verhuurders zouden hiernaast tijdelijke huurcontracten maar één keer kunnen verlengen. Om verhuurders en huurders meer flexibiliteit te geven werd de termijn verruimd waarop huurders hun contract niet konden opzeggen.
Eerder hebben huurdersorganisaties zoals de Woonbond geprotesteerd tegen dit voorstel. Hierdoor ontstond verzet tegen het plan binnen de Eerste Kamer. Hendrik-Jan Talsma (ChristenUnie-senator) zei hierover: ‘De positie van de huurder wordt zwakker en onzekerder door de combinatie van meer tijdelijke contracten en het hanteren van bepaalde periodes waarbinnen de huur niet kan worden beëindigd’. Volgens Ferd Crone(PvdA-senator) is het tegenwoordig een veel voorkomend scenario. Hierdoor ontstaan onzekere situaties die niet wenselijk zijn.
Verbod op opkopen
Als reactie op de beargumentatie van de Eerste Kamer zegde Ollongren toe ‘dit specifieke onderdeel nu niet te doen’. Tevens is het voorstel voor de zogeheten reparatieset door haar toegezegd, voor het einde van het jaar. Met deze wet gaat de termijn vergroting vooralsnog niet door.
De senatoren stemde in met dit voorstel van Ollongren. Daarmee wilde ze de invoering van andere onderdelen van de wet niet dwarsbomen. 6 juli stemde zij ook in met het zogeheten opkoopverbod voor beleggers. Grote steden zochten naar een manier om het opkopen door beleggers in bepaalde woonwijken tegen te gaan. Volgend jaar willen grote steden zoals Rotterdam en Haarlem het opkoopverbod al in laten gaan. Zij wachten op dit moment alleen nog op akkoord van de Eerste Kamer. De Nederlandsche Bank heeft voorheen het opkoopverbod bekritiseerd.
Bron: fd.nl
